Klagen over de kwaliteit van de koffie uit het automaat op kantoor. Dat is makkelijk, want de meeste automaatkoffie vinden we gewoonweg niet lekker. En dat terwijl Nederlanders zo’n liefhebbers zijn van koffie. 67 procent van de Nederlanders drinkt dagelijks koffie. Gemiddeld drinken we 4,1 koppen per dag. Dat zegt Koffie en Thee Nederland als uitkomst van eigen onderzoek. Die koffie drinken we thuis, in koffiebars, onderweg, en tappen we uit het automaat op kantoor.

Maar waarom vinden we de automaatkoffie op kantoor dan zo vies? Daar zijn 5 redenen voor.

1. Onze smaak evolueert

Nog niet zo gek lang geleden dronken we allemaal dezelfde filterkoffie. Die werd gezet in één grote pot. Dankzij de komst van het Senseo-apparaat met koffiepads veranderde dit. Door de pads kregen we toegang tot verschillende smaken en koffiesoorten. Hierdoor is onze smaak snel ontwikkeld. We proeven het verschil tussen goede en slechte koffie beter door het bredere aanbod en zijn daardoor veeleisender geworden.

2. De boon

Er zijn nog maar weinig kantoren te vinden met machines voor oploskoffie. Veruit de meeste automaten zijn bonenautomaten. Maar dit levert nog niet automatisch goede koffie. De bonen die gebruikt worden in deze automaten zijn van lage kwaliteit. De kwaliteit van de boon wordt door verschillende factoren bepaald: hoe hoog de plant groeit, de temperatuur, de manier van oogsten, welke planten er omheen staan, of de bessen rijp zijn geoogst of juist niet, of ze in de zon zijn gedroogd.

De bonen die gebruikt worden voor onze koffie, kunnen in twee categorieën gedeeld worden: arabica en robusta. Arabicabonen hebben over het algemeen een complexere smaak en de kwaliteit ervan wordt als beter ervaren dan de robustabonen. De robustabonen zijn de bonen die vaak gebruikt worden in de koffieautomaten.

3. Melkpoeder in plaats van melk

Cappuccino wordt gemaakt met melk, die wordt geklopt. Daardoor krijg je een romige en stevige schuimlaag. In automaten zit melkpoeder, die wordt gemixt met water om een melkachtige drank te krijgen. Al is de espressotechniek nog zo goed, de melkpoeder doet de smaak teniet.

4. Haastige spoed

De contacttijd tussen koffie en water is belangrijk. Hoe fijner de koffie gemalen is, hoe langer de contacttijd is. Het is te vergelijken met stenen en zand. Giet je water tussen stenen, dan is het water er zo tussendoor. Moet water door het zand heen, duurt het veel langer. Koffiebonen in automaten worden grof gemalen, de stenen dus. De contacttijd tussen het water en de koffie is daardoor kort. Goede koffie heeft tijd nodig. De kans is groot dat het automaat juist ingesteld is om in enkele seconden een kop koffie klaar te hebben.

5. De monteur

De belangrijkste persoon bij het koffieautomaat is de monteur. Dat is de enige die nog een klein beetje de koffie kan beïnvloeden.
De monteur kan namelijk afstellen hoe fijn de koffieboon gemalen wordt, hoe snel de doorlooptijd is en hoe lang de contacttijd tussen koffie en water is.
Dus in het geval van kantoorkoffie, is de monteur de beste sleutel tot de meeste lekkere bak.

Het mogen duidelijk zijn bij Tosserams géén automaatkoffie: gewoon vers gemalen. Het maakt wat herrie, maar dan heb je ook wat!

Bron:

Vermeeren, E. (2019, 3 december). Kantoorkoffie: Waarom is het niet te drinken? Van https://www.nu.nl/werk/5649401/kantoorkoffie-waarom-is-het-niet-te-drinken.html#coral_talk_wrapper